Druivensoort

Sangiovese

bubbles

Op de nummer 1 staat natuurlijk Sangiovese, maar toch is de Barbera druif een geliefd druivenras en wordt net zo veel verbouwd in Italië als de Sangiovese. Het is een lichtere druif met weinig tannine en een hoge zuurgraad. De fruitsmaken zijn over het algemeen meer uitgesproken dan bij andere soorten, wat dit een uitstekende fruitige zomerdruif maakt.
In Piemonte staat ongeveer voor 50% van alle wijngaarden vol met de Barbera druif. Andere belangrijke druivenrassen in Piemonte zijn de Nebbiolo, Bonarda, Brachetto en de Dolcetto.

sangiovesse

Sangiovese is een echte kameleondruif, die je in verschillende gedaantes kan tegenkomen. Je vindt er zowel droge als zoete stille wijn van, maar dit druivenras levert ook binnen de droge wijnen verschillende smaakstijlen, afhankelijk van de streek en appellatie waarin de druif gekweekt wordt, en van de vinificatiemethode.

Ook de diverse sangioveseklonen smaken uiteraard verschillend. In Montalcino en Montepulciano wordt bijvoorbeeld de kloon sangiovese grosso gebruikt – die in Montalcino brunello heet en in Montepulciano prugnolo gentile –, terwijl in andere appellaties sangiovese piccolo gebruikt wordt.

Je merkt meteen wanneer sangiovese niet puur wordt gebotteld, maar het gezelschap krijgt van enkele percentages andere druivenrassen. De traditionele, pure stijl gaat verloren en de wijn krijgt een meer internationale uitstraling.

Sangiovese verandert fenomenaal van karakter door veroudering. Daar waar jonge sangiovese typische kenmerken vertoont van rood (zure krieken, kersen) en/of zwart fruit (cassis of bramen) met leder en wat hout, ontstaan er na vele jaren uitgesproken tertiaire aroma’s die gaan van bosgrond of pels tot paddestoelen en zelfs truffels.

Uiteraard is sangiovese ook uitermate geschikt als basis voor de zoete Vin Santo, die dan de benaming Occhio di Pernice krijgt (patrijsoog) om de rode Vin Santo te onderscheiden van de witte (op basis van trebbiano toscano en malvasia).

Kenmerken Sangiovese:

  • Meest voorkomende wijnstreek: Toscana

  • Kleur van de schil: violetkleurig zwart

  • Karakteristieken: vertaling van ‘het bloed van Jupiter’, de belangrijkste Romeinse god; een van de beroemdste en meest aangeplante wijndruiven in heel Italië, net daardoor zijn er veel subvariëteiten; sangiovese houdt van grote temperatuurschommelingen tussen dag en nacht; rijpt erg laat, waardoor er vaak problemen ontstaan bij de oogst; levert wijnen met een matig intense kleur en met typische aroma’s van zwarte kersen en wilde specerijen; hoge aciditeit en stevige tannines; vader van alle grote Toscaanse wijnen

  • Wijnstijlen: krachtig rood tot fruitig rosé

  • Bewaarkracht: tot 20 jaar voor Brunello

  • Te drinken bij: krachtige vleesgerechten en haarwild met stevige wildsauzen; kruidige stoofschotels; smaakvolle groenteschotels met tomaten en rode pepers

  • Bekendste herkomstbenamingen: Brunello di Montalcino, Chianti Classico, Vino Nobile di Montepulciano, Morellino di Scansano…